uit:
Fragment genomen uit 116/5512 # 7 1955 Kailua Study Group, Side 2
Joel:
Het
Geven Van TIENDEN.
Welnu, afgelopen
week had ik de gelegenheid om een brief over dat onderwerp te
schrijven: iemand vroeg mij hoe ik denk over het tienden-geven.
Ik heb prachtige gedachten over het tienden-geven maar zelden
druk ik die uit omdat het zó gemakkelijk verkeerd begrepen
wordt. Het wordt in den regel gebruikt voor iemands persoonlijk
gewin of het gewin van iemands Kerk. En om die reden
spreek ik er zelden over. Maar hier en nu kan ik erover spreken.
Het tienden-geven is een enorme zegening als het zuiver is.
Als het geven is, maakt het geen verschil of het 10%, 5%, 20% is,
als het maar een geven uit vrije wil is zonder een enkel spoortje
van een gedachte aan iets terug te willen ontvangen. Als het
zuiver dankbaarheid is. Tienden-geven, wel, opnieuw het zou
zijn als de rechtvaardige van wie niet bekend is dat hij om brood
bedelt. Niemand die ooit tienden-geeft kan ooit gebrek hebben.
Maar dan moeten ze daaromtrent voorzichtig zijn omdat de Waarheid een
tweezijdig zwaard is en het kan net zo gemakkelijk iemands
eigen keel doorsnijden als de keel van iemand anders. En
dus, als het tienden-geven geschiedt met enig gevoel dat er een
beloning is of iets terug ontvangen, dan wordt tienden-geven
een zonde. Het wordt een zakelijk iets. Maar het tienden-geven
vanuit het standpunt van dankbaarheid voor reeds ontvangen
zegeningen, als tienden-geven te maken heeft met het verleden en
niet de toekomst, dan is tienden-geven *) een zegen.
---------------------------------------------------------------------------
*)zie ook de
studiegids over Tienden-geven, cat.no 251 - vert
----------------------------------------------------------------------------
Joel:
Welnu, het beginsel ervan is precies het beginsel van De
Oneindige Weg. Als wij uitschenken vanuit het Centrum van
ons wezen, niet om iets terug te ontvangen maar in het besef dat,
daar wij oneindig zijn wij er genoeg van hebben om te kunnen
missen, of het nu dienstbetoon is of euros of het nu
consideratie is of vergiffenis, zo lang het maar uitvloeit
zonder enig begrip of gevoel van iets terug te ontvangen.
Aha, maar nu, laten wij nu de volgende schokkende stap zetten.
Dit is de Waarheid omtrent gebed. Enig gebed dat in zichzelf
enig spoortje van een verlangen heeft om iets van God te
ontvangen, iets te krijgen, iets te bereiken is niet langer
gebed. Er is dat oude woord najagen in plaats van
bidden. Ziet u dat in?
==============================================
Tot zover Joel. BERTUS wijst u
in dit verband nog op twee relevante Bijbelpassages:
Elia en de weduwe van Sarefat
1 koningen 17:7-16
7Doch
na verloop van tijd droogde de beek uit, omdat er geen regen in
het land gevallen was. 8Toen kwam
het woord des Heren tot hem: 9Maak u
gereed, ga naar Sarefat, dat aan Sidon behoort, en houd daar
verblijf. Zie, Ik heb daar een weduwe geboden u te verzorgen. 10Daarop
maakte hij zich gereed en ging naar Sarefat. Toen hij bij de stadspoort
kwam, zie, daar was een weduwe bezig hout te sprokkelen. Hij riep
haar toe en zeide: Haal mij toch in een kruik een weinig water,
opdat ik drinke. 11Toen zij het ging
halen, riep hij haar na en zeide: Breng mij ook een bete broods
mee 12Daarop zeide zij: Zo waar de Here,
uw God, leeft, ik heb geen broodkoek, maar enkel een handvol meel
in de pot en een weinig olie in de kruik. En zie, ik ben bezig
een paar stukken hout te sprokkelen. Dan wil ik het thuis voor
mij en mijn zoon gaan bereiden, en als wij het gegeten hebben,
moeten wij maar sterven. 13Doch Elia
zeide tot haar: Vrees niet, ga het thuis bereiden, zoals gij
gezegd hebt, doch bereid mij daarvan eerst een kleine koek en
breng mij die hier; voor u en uw zoon kunt gij het later
bereiden. 14Want zo zegt de Here, de
God van Israël: Het meel in de pot zal niet opraken, en de olie
in de kruik zal niet ontbreken tot op de dag, waarop de Here
regen op de aardbodem geven zal. 15Daarop
ging zij heen en deed, zoals Elia gezegd had, en een tijdlang at
zij, evenals hij, en haar huis16Het meel
in de pot raakte niet op, en de olie in de kruik ontbrak niet,
naar het woord des Heren, dat Hij door de dienst van Elia
gesproken had.
=============================================
vertaling:
NBG51
MARKUS
12: 41-43 Het penningske der weduwe
41
En Hij ging tegenover de offerkist zitten en zag met aandacht,
hoe de schare kopergeld wierp in de offerkist. En vele rijken
wierpen er veel in. 42 En er kwam
een arme weduwe, die er twee koperstukjes in wierp, dat is een
duit.
43
En Hij riep zijn discipelen en zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u,
deze arme weduwe heeft het meeste in de offerkist geworpen van
allen, die er iets in geworpen
=====================================================================
BERTUS
verwijst u ook naar nietgul .